Deze kop staat op 22 november boven een nieuwsbericht van de NOS. Het hele artikel staat hieronder vermeld. De vraag is wat merken klanten van onze praktijk daar nu van en wat heeft dat voor consequentie voor de soort AV die je af gaat sluiten???
De behandelindex geldt bij bijna alle zorgverzekeraars en heeft dus invloed op alle fysiotherapiepraktijken die contracten afsluiten met die zorgverzekeraars. Het voordeel van een grotere praktijk met een groter klantenbestand komt nu echter duidelijker naar voren. Door de diversiteit in klachten en behandelduur heb je een grotere spreiding en wordt het gemiddelde gedempt bij uitschieters. Naast de klant met een 20 tal behandelingen staat er ook een met maar twee behandelingen. Het gemiddelde is dan 11. Hierdoor kunnen wij nog steeds de benodigde zorg leveren zonder – om verzekeringsverplichtingen – behandelingen voortijdig te moeten staken.
Dat is ook één van de hoofdmotieven om geen “PLUS” praktijk status aan te nemen. Hier wordt een hoger tarief uitgeruild tegen een lagere behandelindex verplichting (minder behandelingen per klacht dus). Dat is ook de reden dat sommige budgetpolissen uitsluitend behandelingen bij een dergelijke praktijk vergoeden.
Voor verzekerden blijft dus een uitgebreide aanvullende verzekering interessant, zeker wetend dat de eerste 20 behandelingen voor een nieuwe chronische indicatie, bv na een nieuwe heup operatie o.i.d., nog steeds niet uit de basis-verzekering vergoed worden maar uit de aanvullende-verzekering of uit eigen beurs moeten komen.
het persbericht:
22 november 2016
NOS | ANNEMIEKE VAN PUT
De Consumentenbond en de artsenorganisatie VvAA zeggen dat patiënten in de knel komen door de contracten die zorgverzekeraars afsluiten met zorgverleners. Ze doen dat op basis van een onderzoek bij 25.000 zorgverleners. Van die groep nam nog geen tien procent deel aan het onderzoek.
De contracten bevatten beperkende voorwaarden waardoor patiënten volgens de zorgverleners niet altijd de beste behandeling kunnen krijgen. Ze zeggen dat verzekeraars de duur van behandelingen beperken. Zorgverleners die dan toch verder behandelen, omdat de patiënt dat nodig heeft, krijgen een boete van de verzekeraar of kunnen hun contract kwijtraken.
Zorgverzekeraars Nederland (ZN) bevestigt dat er beperkende voorwaarden in de contracten met zorgverleners staan. Die voorwaarden zullen blijven bestaan, omdat ze volgens ZN nodig zijn om goede zorg betaalbaar en toegankelijk voor iedereen te houden. De koepelorganisatie van de zorgverzekeraars ontkent dat patiënten door dit beleid niet de zorg krijgen waarop ze recht hebben.
In de polissen van aanvullende verzekeringen staat dat de verzekeraar per jaar een bepaald aantal behandelingen, bijvoorbeeld dertig, door fysiotherapeuten vergoedt. In de contracten met de fysiotherapeuten neemt dezelfde zorgverzekeraar op dat voor een bepaald type klacht tien tot twaalf behandelingen mogen worden gegeven.
Als een fysiotherapeut vindt dat voor het oplossen van de klacht bij een individuele patiënt twintig behandelingen nodig zijn, dan mag hij die extra behandelingen niet in rekening brengen. Dat de patiënt wel degelijk verzekerd is voor het nodig geachte aantal behandelingen verandert daar niets aan.
Fysiotherapeuten behandelen hun patiënten dan maar zonder daarvoor betaald te worden of sturen ze door naar een collega om de behandeling af te maken. Een derde van de behandelaars die hiermee geconfronteerd worden, zegt om deze reden patiënten door te sturen.
Behandelmaximum
Behalve een beperking van het aantal behandelingen voor een bepaalde aandoening, hanteren de zorgverzekeraars ook maximum aantal behandelingen per zorgverlener. Dat leidt volgens de deelnemers aan het onderzoek tot wachtlijsten voor de meer gecompliceerde patiënten en voor chronisch zieken die vaak komen.
Reumapatiënten en mensen met verschillende psychische aandoeningen slokken te veel behandelingen op van het totaal aantal dat een behandelaar mag geven. Dat leidt ertoe dat ze doorverwezen worden naar andere behandelaars.
Contracten
Van de deelnemers aan het onderzoek van VvAA en de Consumentenbond weigert één op de vijf contracten te sluiten met zorgverzekeraars. Ze laten hun patiënten de rekening betalen die zij dan kunnen declareren bij hun verzekering. Die vergoedt vaak een deel van die rekeningen niet, omdat er met de betreffende zorgverleners geen contract gesloten is.
Zowel de Consumentenbond en de VvAA als de zorgverzekeraars ziet in die weigering om contracten te sluiten een bedreiging van de toegankelijkheid van de zorg. ZN vindt dat “deze zorgverleners hun maatschappelijke verantwoordelijkheid ontlopen en de doelmatigheid van het zorgaanbod in gevaar kunnen brengen.”
ZN stelt dat de uitkomsten van de peiling een pleidooi lijken voor contracten met een ‘open rekening’. “Zo’n pleidooi legt die rekening echter in feite bij de premiebetaler.” De partijen staan dus recht tegenover elkaar.